Deze website maakt gebruikt van cookies en verzamelt browsegegevens om u de beste ervaring te geven. Lees meer over de gegevens die wij opslaan in onze privacy policy.

E-mail

mail@mrf.nl

Telefoon

T: +31 (0)70 362 46 10

Adres

Postadres: Postbus 85645 2508 CH Den Haag

MRF wordt ondersteund door Lejeune Association Management te Den Haag (zie www.lejeune.nl)
MRF
Alles over de MRF, het keurmerk en waar wij voor staan
Lees meer
Standpunten
De standpunten en actueel besproken thema’s in de branche
Lees meer
Leden
Het MRF ledenoverzicht
Lees meer
Agenda
Bekijk toekomstige MRF en beursevenementen
Lees meer
Meldpunt diefstal
Meld nu een diefstal
Lees meer
E-Waste
Doe mee met de stimuleringsregeling E-Waste!
Lees meer

Bekijk de nieuwste MRF Circulaire!

Hoogleraar pleit voor coherent grondstoffenbeleid.

Nederland is een urban mine tjokvol grondstoffen, zo blijkt uit onderzoek van hoogleraar Ester van der Voet. Dat is goed nieuws; de circulaire economie waarop de overheid aanstuurt, draait op gesloten kringlopen van bestaande grondstoffen. Maar hoe gaan we al die grondstoffen oogsten - en inzetten? Van der Voet: “Formuleer om te beginnen een coherent grondstoffenbeleid.”

Ester van der Voet. Foto: Universiteit Leiden.

Maar liefst 441 ton per inwoner, zoveel zit in Nederland overal en nergens aan grondstoffen vast. In gebouwen en vervoersmiddelen, in de grond-, weg- en waterbouw, in losse spullen bij mensen thuis. Bij elkaar opgeteld gaat het om 7,81 miljard ton aan materialen, bleek na onderzoek van de Leidse hoogleraar Ester van der Voet. Daar zitten heel wat grondstoffen bij die interessant zijn voor metaalrecyclers. Van der Voet ontdekte bijvoorbeeld dat ondergronds 13 duizend ton aluminium en koper ligt, in elektriciteitskabels die helemaal niet meer gebruikt worden. Winterslapende voorraad, noemt ze het. “Veel ondergrondse voorraden gaan in winterslaap na afdanking, want er is geen verwijderingsplicht.”

Tot die slapende voorraad rekent Van der Voet ook spullen die mensen thuis hebben liggen: “Mobieltjes, maar ook oude zooi die mensen niet gebruiken, maar Nederland is een urban mine tjokvol grondstoffen, zo blijkt uit onderzoek van hoogleraar Ester van der Voet. Dat is goed nieuws; de circulaire economie waarop de overheid aanstuurt draait op gesloten kringlopen van bestaande grondstoffen. Maar hoe gaan we al die grondstoffen oogsten - en inzetten? Van der Voet: “Formuleer om te beginnen een coherent grondstoffenbeleid.” aarzelen om weg te gooien.” Laaghangend fruit, zo noemde Van der Voet dit deel van de Nederlandse urban mine al eens – ook voor metaalrecyclers.

Oogsten kost moeite

Het heeft zin om die 7,8 miljard ton aan spullen te oogsten, vertelt Van der Voet. De overheid stuurt aan op een circulaire economie: “In 2030 moet de instroom van primaire grondstoffen met vijftig procent zijn gereduceerd en in 2050 worden wij geacht 100% circulair te zijn. Door beter te recyclen en grondstoffen te hergebruiken hoeven we minder primaire grondstoffen uit de grond te halen.” Maar: dat oogsten kost moeite. Hoeveel moeite, dat verschilt per sector, aldus Van der Voet: “Het hangt af van de situatie en de grondstof. Gebouwen bijvoorbeeld bevatten veel grondstoffen, maar die zitten lang vast.

Er loopt momenteel een aantal onderzoeken om in kaart te brengen wanneer materialen uit de urban mine beschikbaar komen voor hergebruik en recycling - in de bouw, rondom plastics en in het elektriciteitssysteem.” Die onderzoeken zijn relevant voor metaalrecyclers, onderstreept Van der Voet: “In gebouwen zit veel staal, en het electriciteitssysteem bestaat voor een groot deel uit metalen als staal, koper en aluminium en in toenemende mate ook uit critical raw materials in zon- en windtechnologieën.”

Niet goed geëxploiteerd

Op papier is Nederland goed bezig als het om recyclen gaat. Maar dat beeld klopt niet helemaal, stelt Ester van der Voet: “De urban mine wordt niet goed geëxploiteerd. Volgens het CBS is Nederland topland voor recycling in Europa. Maar het grootste deel van de grootste afvalstroom, het bouw- en sloopafval, wordt gebruikt als ophoogmateriaal voor nieuwe wegen. Dat is geen recycling maar downcycling, veredelde stort. Dat kan beter; oud beton is een prima grondstof voor nieuw beton. Die oplossing is niet veel duurder. Maar de sector is behoudend en er is twijfel over de kwaliteit.”

Coherent grondstoffenbeleid

We moeten naar hoogwaardig hergebruik en recyclen, stelt Van der Voet, gestuurd door eenduidig beleid met een lange adem: “Wat ontbreekt is een gezamenlijk beleid over grondstoffen. Dat thema is versnipperd over verschillende ministeries. Voeg het samen, stem het op elkaar af en formuleer een gezamenlijke visie; een coherent grondstoffenbeleid! Bedrijven zeggen: ‘Strenge eisen zijn geen probleem, maar ze moeten wel consequent zijn en niet iedere keer veranderen – langetermijnbeleid is belangrijk’. Dan komt die verandering wel. Kijk maar naar het klimaatbeleid: uiteindelijk keert de wal het schip.”

Planmatig oogsten

Concrete plannen moeten vervolgens van de sectoren zelf komen, stelt Van der Voet: “Die weten het beste wat ze in handen hebben.” Wat daarbij helpt: urban mining leent zich voor een planmatige oogst: “De circulaire economie vraagt om zo’n planmatig gebruik van bestaande grondstoffen. Wanneer komt hoeveel uit de urban mine los? Het gaat om het identificeren van kansrijke opties voor hergebruik, levensduurverlenging, recycling.” Van der Voet vergelijkt het met een conventionele mijn: “Voordat daar primaire grondstoffen worden gewonnen, worden proefboringen gedaan, er vindt prospecting plaats. Daarna volgt het proces van vergunningen regelen, land kopen, fabriek bouwen, infra aanleggen, personeel aannemen. Aan dat voortraject is in de circulaire economie tot op heden weinig aandacht besteed.”

Scenario’s voor de toekomst

Urban mining heeft dat planningspotentieel in zich – en zo ontwikkel je scenario’s voor de toekomst, aldus Ester van der Voet. Dat gaat ook op voor de metaalrecyclers: “Ook als het gaat om urban mining uit de woonomgeving, om die slapende wintervoorraad bij mensen thuis te oogsten, is prospecting essentieel: hoeveel van welk materiaal is waar te vinden?” Voor de metaalrecyclers staat daarbij altijd ook de vraag centraal: hoe krijg je de consument naar de werf? Hoe bereik je de particulier? Een gedragsverandering bij consumenten is heel lastig, stelt Ester van der Voet: “Financiële prikkels werken vermoedelijk het beste. Maar er is ook veel te verbeteren in de regelgeving. Maak de gang naar de werf laagdrempelig en toegankelijk. En zorg voor bewustwording dat we leven tussen zoveel ongebruikte kostbare materialen.”