Op 1 januari 2024 is de nieuwe Omgevingswet in werking getreden. Deze overgang van 26 verschillende wetten naar één Omgevingswet is als beleidsneutraal gepresenteerd. Echter blijkt de omzetting van het voormalige Activiteitenbesluit naar het nieuwe Besluit Activiteiten Leefomgeving (Bal) grote gevolgen te hebben voor de metaalrecyclingsector. Zo’n 50% van al het ijzer- en staalschroot in Nederland moet volgens de nieuwe regels in dichte ruimtes worden opgeslagen, overgeslagen en bewerkt. De sector is niet betrokken geweest bij deze wijziging – die bovendien op geen enkele wijze als beleidsneutraal kan worden uitgelegd. De MRF heeft daarom een brief aan de staatssecretaris verstuurd met de dringende oproep in overleg te treden met de sector op welke wijze deze niet-beleidsneutrale wijziging ongedaan kan worden gemaakt.
Wat is er aan de hand?
‘Schroot, ferrometaal met een belangrijke mate van roestvorming’ valt onder stuifklasse S4 (bijlage IV Bal). Onder het Activiteitenbesluit moesten alleen stuifklassen S1 t/m S3 inpandig worden opgeslagen. Stuifklasse S4 (‘licht stuifgevoelig, wel bevochtigbaar’) hoefde niet inpandig te worden opgeslagen. Het nieuwe artikel 4.1065 Bal stelt nu dat stoffen van stuifklassen S1 t/m S4 moeten worden opgeslagen in een gesloten ruimte.
Door deze wijziging in de regeling zou – afhankelijk van wat onder ‘belangrijke mate van roestvorming’ wordt verstaan - tot mogelijk 50% van al het ijzer- en staalschroot in Nederland, in dichte ruimtes moeten worden opgeslagen, overgeslagen en bewerkt. Een onmogelijk scenario. Los nog van de arbotechnische risico’s voor medewerkers en het verhoogde risico op broei, dus brand.
Beleidsneutraal
Duidelijk is dat dit geen beleidsneutrale wijziging betreft. Het steekt dat deze wijziging desondanks toch als beleidsneutraal is gepresenteerd. Daardoor is de sector niet betrokken en gehoord. Terwijl de gevolgen enorm zijn. We praten hier over benodigde investeringen van minimaal 5 tot 8 miljard euro. En dat om iets te bestrijden dat – indien nodig – veel efficiënter en effectiever kan worden bestreden met bevochtiging.
De MRF heeft bij het duidelijk worden van deze wijziging direct contact gezocht met de Helpdesk van Rijkswaterstaat. Zij hebben laten weten dat de wijziging voortvloeit uit een BREF en nodig is om Nederland als lidstaat te laten voldoen aan de Europese regelgeving op dit vlak. Omdat het inderdaad gaat om een wijziging die in de praktijk niet uitvoerbaar is zouden metaalrecyclingbedrijven vervolgens allemaal maatwerk aan kunnen vragen om ontheffing te krijgen van deze standaardverplichting. Het behoeft geen betoog dat de nu al te voorziene belasting die dat met zich mee zal brengen voor vergunningverleners onnodige verkwisting van belastinggeld is. Bovendien is er geen enkele andere EU lidstaat waar een verplichting bestaat voor het inpandig opslaan van ijzer- en staalschroot.
Circulaire Economie in de praktijk
De metaalrecyclingbranche toont de Circulaire Economie in de praktijk. Gezamenlijk zorgt de branche ervoor dat in Nederland jaarlijks 3,5 miljoen ton aan ferro en non-ferrometalen wordt ingezameld, gesorteerd en gereed gemaakt om direct als hoogwaardige grondstof te worden ingezet door metaalsmelterijen in binnen- en buitenland. Een proces dat in principe oneindig kan worden herhaald. Deze activiteiten zorgen voor de reductie van afval, vermindering van het energieverbruik in de productie, en voorkomen jaarlijks 14,4 miljoen ton aan CO2-emissies.
Om ervoor te zorgen dat onze sector haar bijdrage optimaal kunnen leveren, is de hulp van het ministerie nodig om de noodzakelijke randvoorwaarden te scheppen. De MRF heeft de staatssecretaris daarom dringend verzocht in overleg te treden met de sector op welke wijze deze niet-beleidsneutrale wijziging ongedaan kan worden gemaakt. Ook wil de MRF graag met experts van het ministerie bespreken of er mogelijk niet nog meer ‘niet-beleidsneutrale’ wijzigingen in de Omgevingswet zijn geslopen, die eenzelfde impact als hierboven omschreven kunnen hebben op de sector.